Artikel - 27 september 2019

Importheffing: duurzame warmte en CO₂-reductie stokt

Serieuze gevolgen voor bedrijven EEW en Twence

De door het kabinet beoogde importbelasting zal niet alleen forse sporen achterlaten op de afvalsector, maar ook op bedrijven daarbuiten en op buitenlandse partners. Een verminderde toevoer van buitenlands afval bedreigt de stoomvoorziening op Chemiepark Delfzijl door EEW. Twence ziet de voortgang van zijn samenwerking met het Duitse Münster onder druk gezet. De CO₂-besparende effecten van beide bedrijven staan op het spel.

Duurzame energie

“Als internationaal bedrijf steunen wij de inspanningen van de Nederlandse overheid om de aardgasproductie geleidelijk af te bouwen en duurzame energie te gebruiken”, zegt salesmanager Gert Jan Bennink van EEW Energy from Waste in Delfzijl. “Wanneer als gevolg van de importbelasting de aanvoer van afval uit het buitenland vermindert, komt de levering van duurzame processtoom en elektriciteit echter in gevaar. Energie uit gasturbines zal het gat op moeten vullen, dus de klok wordt teruggedraaid in de richting van fossiele energieproductie.” Een scenario waar ook Groningen Seaports kritisch naar zal kijken, aldus Bennink. “De beschikbaarheid van duurzaam opgewekte stoom in het chemiepark is een belangrijk argument voor de vestiging van nieuwe bedrijven. Dat belangrijke argument gaat dan niet langer op.”

Gert Jan Bennink (EEW Energy from Waste in Delfzijl):

‘De klok wordt teruggedraaid in de richting van fossiele energieproductie.’

Importbelasting zet CO₂-besparende maatregelen van bedrijven op het spel (foto: Twence)

Eerste euregionaal bedrijf

In Twente zal een importbelasting een streep halen door de samenwerking met de Duitse oosterburen. De gemeenten in afval- en energiebedrijf Twence hebben sinds 2016 een intensieve samenwerking met het Duitse Münster. Het gft van de Twentse gemeenten wordt bij Abfallwirtschaftsbetriebe Münster verwerkt, omgekeerd komen sorteerresiduen naar de afvalenergiecentrale in Hengelo. Een voor Europa unieke communale samenwerking, stelt directeur Marc Kapteijn van Twence, die smaakt naar meer. “De Duitsers overwegen een aandeelhouderschap in Twence. Het beslissingsmoment valt eind volgend jaar. Daarmee zou een eerste euregionaal bedrijf het levenslicht zien. Ik vind het onvoorstelbaar treurig dat dit pad door een importheffing onderbroken wordt. Beide partijen moeten deze heffing absorberen. Onze Duitse partner vertrouwt op de keurigheid van de spelregels die wij in Nederland hanteren. Nu zien ze dat ons kabinet plotsklaps de regels tijdens het spel verandert. Daar schrikken ze van, en wij ook. Zo’n plotse maatregel geeft onzekerheid en daardoor komt de continuïteit van onze goede relatie met Münster in het geding. Want wat gebeurt er volgend jaar of over twee jaar?”

Marc Kapteijn (Twence):

‘We willen innoveren, maar het kabinet neemt ons de wind uit de zeilen.’

CO₂-afvanginstallatie

Door de importbelasting komt het terugdringen van de CO₂-emissies van de afvalenergiecentrale bij Twence op de tocht te staan. Het bedrijf werkt aan de ontwikkeling van een grootschalige installatie voor het afvangen en hergebruiken van CO₂. Twence gaat proefdraaien met de omzetting van CO₂ in mierenzuur, een duurzame transportbrandstof. “We willen innoveren, maar het kabinet neemt ons de wind uit de zeilen”, zegt Kapteijn. “Met deze installaties zijn enorme investeringen gemoeid. Een importheffing drukt op ons rendement. Ik maak me zorgen of we deze plannen nog wel kunnen realiseren, terwijl we een enorme CO₂-winst zullen boeken. Met de importheffing schiet het kabinet dus zichzelf in de voet. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?”