Nieuws

Artikel - 19 september 2019

Importbelasting tast Europese afvalmarkt aan

Storten neemt toe, EU-markt raakt ontregeld

Een importbelasting zal de afvalmarkt in Noordwest-Europa ontregelen, vrezen recyclingmanagers in Duitsland en Groot-Brittannië. Niet alleen gaan landen weer meer storten in eigen land. Een deel van het afval zal stromen in andere landen verdringen en zo het Europese speelveld verstoren.

Een Nederlandse importheffing gaat de export naar ons land voor andere EU-lidstaten een stuk duurder maken. Britse afvalbedrijven zullen hun restafval en sorteerresiduen dan niet meer naar ons land uitvoeren, maar in eigen land weer naar de stortplaats brengen. Dat voorziet Jarno Stet, secretaris van de National Association of Waste Disposal Officers (NAWDO). De leden van deze vereniging beheren verwerkingscontracten en doen aanbestedingen van afval- en recyclingcontracten van Britse overheden en afvalsamenwerkingsverbanden, onder meer voor export van afval. “In een aantal regio’s in Groot-Brittannië concurreert storten al scherp met export en er is te weinig verbrandingscapaciteit”, zegt Stet. “De stortheffing die ons land in 1996 ingevoerd heeft, is flink opgelopen, waardoor nog maar 17 procent van het restafval wordt gestort. Dat aandeel zal weer stijgen als de export naar Nederland ophoudt. Storten van brandbaar afval is niet alleen kostbaar. Uit milieuoogpunt is het ongewenst vanwege de emissies van methaan, benzeen en percolaatwater, dat grondwater kan verontreinigen. Als milieuman maak ik me daar grote zorgen over. Terwijl er hoogwaardige afvalenergiecentrales met beschikbare capaciteit in Nederland staan. De beste bestemming voor niet-recyclebaar brandbaar restafval blijft omzetten in energie.”

Afval zal alle kanten opgaan en op die manier het Europese speelveld verstoren

Europese speelveld verstoren

Stet waarschuwt dat een Nederlandse importheffing de afvalmarkt in heel Noordwest-Europa kan aantasten. “In Groot-Brittannië zal weer veel meer worden gestort. Een klein deel van het afval zal naar andere landen gaan, waar capaciteit aanwezig is of wordt uitgebreid en waar de verwerking goedkoper is. De nationale afvalmarkten staan allemaal in meer of mindere mate met elkaar in verbinding. Afval zal alle kanten opgaan en op die manier het Europese speelveld verstoren. Het Britse afval zal bijvoorbeeld afval in Duitsland en Zweden verdringen, als partijen bereid zijn om meer te betalen dan lokale spelers of als de samenstelling van het Britse afval aantrekkelijker is dan afvalstromen uit het land zelf. En je praat over grote volumes.”

Jarno Stet (NAWDO):

‘In Groot-Brittannië zal weer veel meer worden gestort.’

Not amused

Een importheffing zal ook impact hebben op de Duitse export. Jaarlijks gaat er uit de regio Noordrijn-Westfalen zo’n 500 duizend ton brandbaar restafval uit sorteerprocessen naar Nederlandse afvalenergiecentrales. “Wij waren not amused toen we over een mogelijke importheffing hoorden, en dan druk ik me nog zachtjes uit”, zegt voorzitter Patrick Hasenkamp van de Duitse branchevereniging VKU van de overheidsgedomineerde afvalbedrijven, tevens bedrijfsleider van Abfallwirtschaftsbetriebe Münster. “Deze ontwikkeling is slecht voor de samenwerking tussen beide landen, want de heffing zet grote druk op de verbrandingstarieven. Als de importbelasting de markt van beide landen verder ontregelt, is het niet denkbeeldig dat afvalstromen naar Oost-Europese landen zullen gaan. Denk aan Polen, Roemenië en Bulgarije, waar ze op de stortplaats terecht zullen komen. Het bijkomend effect is dat er veel meer transportkilometers nodig zijn. Nederland en Duitsland zijn buurlanden, dus afstanden zijn relatief kort.”

Patrick Hasenkamp (Duitse afvalbranchevereniging VKU):

‘Er is een brede Europese samenwerking opgezet om een einde te maken aan storten.’

Brede Europese samenwerking

Volgens Hasenkamp werkt de importheffing eveneens contraproductief richting Zuid-Europese landen. “De afvalenergiecentrales in Duitsland en Nederland verwerken substantiële afvalstromen uit Zuid-Europa (Nederland de laatste jaren in mindere mate, red.). Daar is een brede Europese samenwerking voor opgezet. Doel is een einde te maken aan het storten in deze landen. Een importheffing in Nederland is geen stimulans voor de export. Met onze hoogwaardige verbranding wekken we elektriciteit en warmte op, als alternatief voor fossiele brandstoffen als aardgas. Daarmee ondermijnt de importheffing ook nog eens de transitie naar een duurzame energievoorziening.”

Dit is de derde aflevering van een serie artikelen over de effecten van de importbelasting. De komende periode verschijnen volgende afleveringen die steeds een ander aspect behandelen. Bij 'relevante links' zijn vorige berichten over het onderwerp te vinden.

Auteur
Pieter van den Brand - @copyright

Robbert Loos

Contactpersoon
Robbert Loos

Robbert Loos op LinkedIn

Onze nieuwsbrief
ontvangen?

Milieu, economie en werkgelegenheid niet gebaat bij importheffing

De circulaire economie vraagt om nieuwe businessmodellen

Europese circulaire economie heeft baat bij één Europese afvalmarkt

Circulaire economie

Circulaire economie

Klimaat

Klimaat

Europa

Europa

Recycling en restmaterialen

Recycling en restmaterialen

Duurzame energie

Duurzame energie