Nieuws
Persbericht - 10 september 2019
Importheffing op buitenlands afval niet invoeren
PwC-rapport: heffing leidt in Nederland niet tot minder CO₂-uitstoot en kan negatief effect hebben in het buitenland
Een importheffing op buitenlands afval levert geen materiële bijdrage aan besparing van CO₂ in Nederland. Ook heeft de heffing significante effecten op de financieel-economische positie van diverse bedrijven in de afval- en recyclingsector. De heffing zal bovendien mogelijk in het buitenland leiden tot stijging van CO₂-uitstoot. Dat blijkt uit onderzoek van Strategy&. Dit onderdeel van PricewaterhouseCoopers heeft in opdracht van de Vereniging Afvalbedrijven (VA) alle effecten van de voorgenomen maatregelen in kaart gebracht en komt tot deze heldere conclusie.
“Dit onderzoek bewijst onze stelling dat belastingheffing op de invoer van buitenlands afval averechts werkt. In plaats van een CO₂-reductie, zorgt de maatregel voor een negatieve impact op de transitie die de afvalketen doormaakt naar een duurzame en circulaire economie”, aldus Robbert Loos directeur van de VA. “Het kabinet zou haar voornemen op basis van de conclusies van dit rapport moeten heroverwegen.”
Op 28 juni presenteerde het kabinet een pakket maatregelen in het kader van de Urgenda-uitspraak, waarin staat dat Nederland in 2020 een CO₂-besparing van 9 megaton moet realiseren. Onderdeel van dit pakket is de introductie van een importheffing op buitenlands afval. Voor de sector kwam deze maatregel als een verrassing. “Volgens het Ministerie van I&W zou met deze maatregel 0,2 megaton bespaard worden, maar dat blijkt dus tegen te vallen”, aldus Loos. “Het signaal van de plotseling aangekondigde maatregel is bovendien niet goed gevallen in de markt van afval en recycling. Het vertrouwen dat nodig is voor verdere duurzame investeringen krijgt hiermee een knauw.”
De belangrijkste conclusies uit het rapport van Strategy&/PwC zijn:
- Invoering van een importheffing leidt niet tot beperking van de CO₂-uitstoot in Nederland;
- Invoering van een importheffing heeft een negatieve impact op het financieel rendement van AEC’s, investeringen in duurzaamheid, en recycling.
- Invoering van een importheffing kan negatieve milieugevolgen hebben buiten Nederland door storten van afval.
Importheffing leidt niet tot beperking van de CO₂-uitstoot in Nederland
Het wegvallen van importafval heeft negatieve gevolgen voor de productie van duurzame energie door de afvalverwerkers. Elektriciteit en warmte die dan niet meer geleverd kan worden, zal vervangen moeten worden door fossiele bronnen, zoals gas- en kolencentrales. Het wegvallen van import van buitenlands afval leidt hiermee slechts tot een daling van de uitstoot van maximaal 0,03 megaton. Bij daling van het importvolume van AEC's, daalt bovendien ook het Nederlandse aandeel hernieuwbare energie. Nederland heeft met 7,4% het EU-target van 14% hernieuwbare energie in 2020 nog niet gehaald. AEC's leverden in 2018 10,8% van de totale Nederlandse hernieuwbare energie. Bij wegvallen van het totale importvolume daalt het aandeel hernieuwbare energie met 0,2 procentpunt.
Importheffing pakt negatief uit voor rendement van AEC’s, investeringen in duurzaamheid en recycling
De importheffing is niet alleen slecht voor het klimaat, maar heeft ook grote financieel-economische gevolgen voor de afval- en recyclingsector. Het volledig wegvallen van het geïmporteerde volume leidt tot een omzetderving van circa 162 miljoen euro voor Nederlandse afvalenergiecentrales. Dit leidt tot een daling van het financieel rendement met ruim een kwart. Hierdoor komen investeringen als uitbreiding van warmtenetten, CO2-hergebruik, scheiding en sortering onder druk te staan. Ontdoeners zullen minder prikkels hebben om afval te scheiden en verwerkers minder ruimte hebben om recycling competitief in de markt te zetten ten opzichte van verbranden.
Importheffing kan negatieve milieugevolgen hebben buiten Nederland door storten van afval
Buiten Nederland leidt de importheffing juist tot meer CO₂-uitstoot. Met de heffing wordt storten in eigen land goedkoper dan hoogwaardig verbranden in Nederlandse centrales. Storten staat onderaan de afvalhiërarchie van de Europese Commissie, want dat levert veel meer uitstoot van broeikasgassen op dan verbranden, zelfs als rekening wordt gehouden met extra transport naar Nederland. Minister Wiebes gaf in zijn brief aan de Tweede Kamer aan dat de voorgestelde maatregelen niet mogen leiden tot CO₂-uitstoot in het buitenland. “Deze maatregel om het Urgenda-vonnis uit te voeren gaat hiermee lijnrecht in tegen de uitgangspunten die het kabinet zelf stelde”, aldus Loos.