Nieuws
Artikel - 5 juli 2018
Van Veldhoven: ‘Ik wil opschalen en versnellen’
Interview met staatssecretaris Stientje Van Veldhoven
Het kabinet zet er circulair een tandje bij. Dat blijkt uit de reactie van het kabinet op de transitieagenda’s. Stientje van Veldhoven, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, is optimistisch gestemd. Nederland ligt volgens haar op koers voor een volledige circulaire economie in 2050. ‘Ik wil opschalen en versnellen, samen met de partners’.
In de acht maanden dat Stientje van Veldhoven staatssecretaris is van Infrastructuur en Waterstaat, heeft de samenleving de ambitie van een volledig circulaire economie in 2050 breed omarmd. Het Grondstoffenakkoord telt inmiddels 385 ondertekenaars. Van bedrijven tot overheden, van maatschappelijke organisaties tot vakbonden. Begin dit jaar werkten ze met elkaar het akkoord uit in vijf transitieagenda’s voor Biomassa & Voedsel, Kunststoffen, Maakindustrie, Bouw en Consumptiegoederen. “Dit kabinet heeft vertrouwen in deze aanpak en heeft – nota bene voordat de transitieagenda’s af waren – al besloten ermee aan de slag te gaan”, aldus de staatssecretaris.
Stientje van Veldhoven - Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat:
"We mogen trots zijn op de resultaten die we halen, als land recyclen we al heel veel afval."
Kabinetsreactie
Eind juni verscheen de kabinetsreactie op de transitieagenda’s. De reactie is een gezamenlijk Haags product. Vele departementen bogen zich afgelopen voorjaar over de agenda’s. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de Bouw-agenda, Economische Zaken en Klimaat over de Maakindustrie-agenda, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de Biomassa-agenda en Infrastructuur en Waterstaat over de agenda’s van Kunststoffen en Consumptiegoederen. Ook de ministeries van Defensie, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn erbij betrokken. “Deze ministeries hebben de agenda’s gebruikt om te bepalen wat hun inzet is.”
De inzet staat beschreven in de recente kabinetsreactie. De brief bevat een set acties. Zo krijgt circulair ontwerpen een impuls door het in te bedden binnen relevante opleidingen. Besloten is ook om een Betonakkoord af te sluiten, plastic wegwerpartikelen aan te pakken en een publiekscampagne te lanceren om consumenten bewust te laten kiezen.
De overheden willen in 2021 met circulair inkopen 1 megaton CO₂ besparen
Tempo opschroeven
Het kabinet wil in elk geval het tempo opschroeven. “Ik wil opschalen en versnellen, samen met de partners”, vertelt Van Veldhoven. Samen met de partners van het Grondstoffenakkoord stelt het kabinet een uitvoeringsprogramma 2018-2023 op. “We nemen de coördinatie op ons zodat alle betrokken partners hun rol kunnen spelen en hun inzet kunnen leveren. De voortgang gaan we meten zodat we in staat zijn om samen met de partners jaarlijks de acties te evalueren en verder aan te scherpen.”
Urgentie wordt in Den Haag zeker gevoeld. “Deze eeuw zijn we 34 keer zo veel grondstoffen gaan gebruiken. Als dat zo doorgaat, hebben we straks drie aardbollen nodig om te voorzien in onze grondstofbehoefte.” Het kabinet koppelt de circulaire economie aan de klimaatopgave. “We krijgen steeds scherper in beeld hoe stevig die bijdrage is, gerekend in CO₂-reductie. Maar de transitie heeft meer baten. Denk aan het tegengaan van biodiversiteitsverlies en land- en watergebruik en aan het zekerstellen van voldoende voorraden van grondstoffen voor de hightech sector in Nederland.”
Stientje van Veldhoven - Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat:
"Als we zo doorgaan, hebben we straks drie aardbollen nodig om te voorzien in onze grondstofbehoefte."
Circulair inkopen
De overheid wil zelf het goede voorbeeld geven. Ook daarin toont Van Veldhoven ambitie. “De ruim zeventig miljard die we als overheden besteden aan inkopen gaat zo snel mogelijk circulair worden. Daarmee jagen we de markt aan. Het laat ook zien dat het ons menens is. Al in 2021 willen we 1 megaton CO₂ besparen door circulair in te kopen. Prorail, Rijkswaterstaat en het Rijksvastgoedbedrijf doen natuurlijk mee.”
Afvalsector: belangrijke transitiemotor
Over de inzet van de Nederlandse afvalsector is staatssecretaris Stientje van Veldhoven te spreken. Ze ziet de sector als ‘een belangrijke motor voor de transitie naar een circulaire economie’. “We mogen trots zijn op de resultaten die we halen, als land recyclen we al heel veel afval.” Ze waardeert de constructieve houding van de afvalsector richting Den Haag en de kwaliteit van de inbreng. “Ook het gegeven dat de afvalsector de circulaire economie strategisch omarmd heeft – ook al gaat dat leiden tot reductie van de hoeveelheid Nederlands afval dat naar de afvalovens gaat – waardeer ik.” De afvalsector is volgens haar gebaat bij de transitie naar een circulaire economie. “Als de sector blijft innoveren en steeds meer bijdraagt aan de transitie naar een circulaire economie dan zijn er goede kansen aan de inzamel-, sorteer- en recyclekant.”
Uitdagingen
Sommige acties vragen tijd. “Het gegeven dat veel acties ontwikkeltijd vragen, betekent niet dat we in de pauze-stand staan. Er gebeurt al heel veel. Neem de vele acties om de hoeveelheid restafval te reduceren bij huishoudens. De 100 kilogram per persoon per jaar in 2020 en de 30 kilogram in 2025 vormen een stevige uitdaging. Ook wat betreft het verminderen van het afval in de kantoor-, winkel- en dienstensector zie ik nog uitdagingen. Ik roep afvalinzamelaars en -verwerkers op om actief mee te zoeken naar oplossingen die het rendabel maken voor alle kleinere bedrijven in Nederland om hun afval gescheiden te laten inzamelen.”
Stientje van Veldhoven - Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat:
"De transitie naar een circulaire economie vraagt inzet van veel partijen."
Versnellingshuis
De circulaire transitie vraagt volgens Van Veldhoven om bedrijven die circulaire producten en diensten aanbieden. Het vraagt om innovatie en investeringen. Beschikbare budgetten voor investeringen vormen volgens haar niet de belangrijkste bottleneck. Waar het volgens haar aan ontbreekt, zijn financieringen die aansluiten op circulaire businessplannen. “Om te zorgen dat die er komen, zullen we de handen ineen moeten slaan. Dat vraagt menskracht, overleg, samenwerking en durf”, aldus Van Veldhoven.
Om bedrijven bij te staan, zet het kabinet een zogeheten Versnellingshuis op. Een initiatief om circulaire initiatieven te stimuleren. Van Veldhoven: “Dat kan door onzekerheden te reduceren, zowel in de financiering als in de marktomstandigheden. Het Versnellingshuis is aanvullend op bestaande instrumenten en kan ook in de regio helpen om kennis en best practices te delen en partijen te ondersteunen.”
Inzet van producenten
De transitie naar een circulaire economie vraagt volgens Van Veldhoven inzet van veel partijen, ook die van producenten. Stientje van Veldhoven: “De verantwoordelijkheid die zij hebben, gaat verder dan een maatschappelijke. Het gaat ook om het benutten van kansen. Producenten die vasthouden aan ouderwetse producten lopen risico om hun klanten te verliezen. Maar ik heb ook oog voor hun belangen. De investeringen die gedaan moeten worden zijn fors. Uitdaging is om voor elke productketen een goede route te vinden. Soms zal dat via afspraken gaan, soms via producentenverantwoordelijkheid, vaak via experimenteren, ontwikkelen en proberen.”
Betere kwaliteit
Eén van de uitdagingen, volgens Van Veldhoven: een betere kwaliteit van gerecycled materiaal. “De kwaliteit moet beter worden om de concurrentie met ‘verse’ grondstoffen aan te kunnen”, stelt ze. Verbeteren kan volgens haar onder meer door ‘gesloten ketens’ op te zetten: regie van productie tot hergebruik en recycling helpt de transitie naar een circulaire economie. “De kennis, creativiteit en positie van de afvalsector is daarbij hard nodig. Het vraagt ook om zelfkritiek. Als een afvalstroom wordt verbrand of laagwaardig wordt gerecycled, dan kan dat een oplossing zijn voor de markt van gisteren en de markt van nu. Maar voor de toekomst kan het een bedreiging voor de sector vormen. Vooruitkijken naar de potentie van een afvalstroom en innovatie daarop geeft de sector nationaal en internationaal grote kansen.”
Samenwerking
Een betere kwaliteit, maar ook het ontwikkelen van afzetmarkten, vereisen samenwerking, stelt Van Veldhoven vast. “De regering draagt daar graag aan bij. Voor elk product en elk materiaal is de keten anders georganiseerd. Met het Landelijk afvalbeheerplan (LAP3) en producentenverantwoordelijkheid kunnen we inspelen op specifieke stromen. Maar er zijn meer maatregelen, zoals circulair inkopen, verhoging van de afvalstoffenbelasting en wegnemen van wettelijke belemmeringen.”
CV Stientje van Veldhoven
Stientje van Veldhoven is sinds oktober 2017 staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. Daarvoor was ze vanaf 2010 voor D66 lid van de Tweede Kamer. Ze had daar de portefeuille energie, klimaat, gaswinning en circulaire economie. Onder meer de Grondstoffenrotonde kwam uit haar koker. Van Veldhoven studeerde Beleid & Bestuur in Internationale Organisaties aan de Rijksuniversiteit Groningen en universiteiten in Nijmegen, Parijs en Brussel. Ze was ambtenaar op het ministerie van Economische Zaken en zes jaar diplomaat bij de Europese Unie in Brussel.