Nieuws
Artikel - 30 maart 2022
Aanzet tot duidelijker profilering branche
Resultaten peiling imago branche
We maken het allemaal mee op feestjes. Je krijgt de vraag waar je werkt en je zegt trots: in de afvalbranche! Je wordt eerst ongelovig aangekeken, krijgt de vraag ‘wat maakt het dan interessant’, en na inhoudelijke uitleg voel je het begrip groeien. Uitleg helpt dus. Ook dat bleek uit het rapport 'Imago van onze vuilnismensen' van I&O Research.
Pak een willekeurige beroepsprestatieladder of waarderingslijst en de vuilnisophaler bungelt steevast onderaan. Ook al hoort die functie inmiddels tot de cruciale beroepen, essentieel voor onze samenleving, aldus de overheid bij het uitbarsten van de coronapandemie. Dat is best vreemd. Reden genoeg voor een peiling van het imago van het werk in de afvalsector.
Uitzetten papiercontainers in Deventer (foto: Yke Reussink)
Directe aanleiding was de Week van de AfvalHelden van 7 tot en met 13 maart. In opdracht van de Vereniging Afvalbedrijven en NVRD voerde I&O Research de imagopeiling uit. Voor het onderzoek werd gekozen voor de term ‘vuilnisman en -vrouw’ omdat die aansluit bij een breed publiek. Zes vragen liepen mee in de maandelijkse, landelijke peiling van het bekende onderzoeksinstituut. Geen diepgravend onderzoek, daar is meer voor nodig, wel een peiling waarvan de resultaten nieuwswaardig bleken. Ze werden gepubliceerd vlak voor de start van de actieweek en zorgden voor de beoogde publicitaire ‘boost’. Een deel van de resultaten geeft stof tot nadenken over de vraag wat ons te doen staat om het werk in de branche positief neer te zetten.
‘Ze zijn onmisbaar en verdienen waardering’
I&O legde Nederlanders de volgende stelling voor: ‘Mensen die zorgen voor ons afval en de openbare ruimte zijn net zo onmisbaar als andere dienstverleners zoals politie en brandweer’. Negen op de tien respondenten zijn het daarmee eens. Ook de tweede stelling, ‘om het imago van de vuilnisman/vrouw te verbeteren moeten zij meer waardering krijgen’, kon rekenen op positieve instemming van een meerderheid. In totaal 77% was het daarmee eens. Het waren uitkomsten waar de projectgroep blij mee was: ze vormden een duidelijke legitimatie voor de organisatie van de Week van de AfvalHelden.
‘Belangrijk werk, maar niks voor mij’
Iets minder enthousiast reageerden de respondenten op de vraag ‘Ik zou eens een dag willen meelopen bij de afvalinzameling in mijn buurt.’ Een op de vijf voelt daar wel voor; de rest reageert neutraal of negatief. Animo om zelf in de branche te werken lijkt zo goed als afwezig: slechts vier procent was het eens met de stelling ‘Ik zou graag in de afvalbranche willen werken.’ Antwoorden die hebben geleid tot de conclusie dat ‘de branche zich steviger moet profileren als interessante werkgever’, aldus het gezamenlijk uitgegeven persbericht.
Profilering van de branche
In de peiling is ook gekeken naar de kennis van de eisen en werkzaamheden in onze branche. De onderzoekers hanteerdende split-run-methode. De ene helft van de steekproef kreeg de stelling voorgelegd zonder extra informatie. De andere helft kreeg een toelichting op de stelling. Het ging om de volgende twee stellingen:
- ‘Ik heb eigenlijk geen idee wat werken in deze branche in de praktijk inhoudt’
- ‘Ik heb eigenlijk geen idee van de eisen die worden gesteld aan het werken in deze branche’
Zonder toelichting op de eisen en werkzaamheden onderschrijft 18 procent de eerste stelling. Maar een veel groter deel (53%) is het daarmee niet eens. Deze groep zegt daarmee eigenlijk dat ze er wél een idee van hebben. Op de tweede stelling reageert ruim een derde (36%) dat ze ‘geen idee’ hebben van de eisen die worden gesteld in de branche. De andere helft van de steekproef kreeg wel extra informatie, die vooraf ging aan de stelling. Het ging daarbij om de volgende passage: Het werken in de afvalbranche vraagt steeds meer kennis en vaardigheden op het gebied van mechanisering, digitalisering, voorlichting en communicatie. Dit komt door de toenemende vraag naar een duurzamere en schonere wereld. En guess what: deze respondenten geven veel vaker aan ‘geen idee te hebben wat werken in de branche in praktijk betekent’ (was 18% het mee eens, nu 40%) en van ‘de eisen die gesteld worden’ (was 36%, nu 58%).
Hoe kunnen we deze resultaten interpreteren? Duidelijk is dat uitleg, hoe summier ook, tot andere meningen leiden. Op basis van de overige resultaten constateerden we al de noodzaak om de branche steviger te profileren. En – gezien de resultaten op deze twee stellingen – vooral ook breder. Want ‘de vuilnisman’ is weliswaar iconisch voor onze branche, en de plek in het zonnetje is dik verdiend, maar we zullen toch vooral ook onze maatschappelijke en inhoudelijke bijdragen aan een meer circulaire economie duidelijker voor het voetlicht moeten brengen.
Bron: rapport Imago van onze vuilnismensen, I&O Research, 31 januari 2022